exposities archief 2019
Expositie Imaginaire portretten
Op zaterdag 30 november om 15.00 uur is de opening van de expositie Imaginaire portretten
Een overzichtstentoonstelling van tekeningen en schilderijen van Marieke Thiescheffer in het Prinsenkwartier in Delft.
Op de kunstacademie leer je dat het belangrijk is om je als kunstenaar te onderscheiden. Kunst maken is niet alleen een ambacht. Het is ook een zoektocht naar wie je bent en wat je inspiratiebronnen zijn. Die zoektocht leidde tot een indrukwekkende serie zelfportretten die tijdens de expositie te zien zijn.
In haar werk is het proces van die zoektocht naar haar identiteit als kunstenaar duidelijk zichtbaar. Ze ontdekt dat haar werk veelzijdig is. Dat laat de grote verscheidenheid aan portretten zien. Deze zijn soms heel realistisch en vooral in de tekeningen ook abstract. De expressieve gelaatsuitdrukkingen zijn geïnspireerd op werk van F.X. Messerschmidt (1736-1783). De hersenspinsels in en rond haar hoofd zijn organische vormen uit de natuur en imaginaire (jeugd)herinneringen. Plantenvormen als de hertshoornvarens, vogels, kwallen, eencellige en vormen uit de nanowereld herkennen we in de hoofdvormen.
Het serieuze tekenen begon met tekeningen van vervormde jeugdherinneringen. Het is het eerste onderzoek naar een steeds veranderende identiteit. Als een masker krijgt het gelaat steeds een andere uitdrukking. De detaillering in haar tekeningen is een plezier is om naar te kijken.
Ondertussen werkte zij aan haar scriptie Een historisch onderzoek naar het zelfportret. Daarmee ontdekte zij veel kunstenaars die eigenzinnig werk maakten, zoals Arcimboldo, Messcherschmidt, Juul Kraaijer, Arnulf Rainer, Dali en Phillip Akkerman. Ook de eerste meer abstracte tekeningen ontstonden in die tijd.
Na de academie liet zij zich inspireren door de biodiversiteit in de natuur. Het tijdschrift National Geografic inspireerde haar tot het maken van fantasievolle tekeningen, waarbij zij foto’s bestudeerde en als een collage bij elkaar voegde. Het gezicht van een jongen met een kapsel van een vogelstaart is daar een voorbeeld van. Het boek Art Forms in Nature van Ernst Heackel, zoöloog (1834-1919) werd een belangrijke inspiratiebron.
In 2017 maakte zij een Leporello (harmonica boekje) met wit conté op zwart papier, geïnspireerd op werk van andere kunstenaars o.a. R.M.Muller en T.Smeets. Maar ook vormen uit de nanowereld, kwalachtige wezens uit de diepzee, eencelligen en celstructuren zijn hierin terug te vinden. Tegelijk deed zij onderzoek naar de transparante werking van kleuren, waarbij zij laag over laag schilderde en keek hoe de onderste laag de kleur van de laag erboven beïnvloedde. De serie met gekleurde bollen kwam daar uit voort.
Ook muziek is al jaren een grote liefde. Vroeger om op te dansen, nu tekent zij met een dansend potlood op het papier tijdens live concerten en noemt dat muzikale schetsen. Het is een fascinerend proces; ze begint te tekenen als de muziek begint en stopt als de muziek is afgelopen. Thuisgekomen kijkt ze met verbazing naar de intuïtieve tekening die is ontstaan. Altijd is de tekening anders, soms is die af, soms wordt de tekening uitgewerkt met kleur.
De expositie is te zien in de prachtige ruimte in het Prinsenkwartier, Sint Agathaplein 4, op de 1e etage boven de kunstsuper, op alle dagen behalve maandag.
Sint Agathaplein 4 in Delft
Opening: zaterdag 30 november 15.00 uur
Van dinsdag 27 november tot en met 31 december
Di/vrij 10-17.30, zat/zon van 11-17
Openings speech van Janno Fleer bij de Expositie Imaginairre portretten
Openingswoord bij de overzichtstentoonstelling van Marieke Thiescheffer op za 30 nov. 2019
door Janno Fleer
Dames en heren, lieve kunstliefhebbers.
Ik mag u namens de kunstenares Marieke Thiescheffer, van harte welkom heten bij de vernissage van deze prachtige overzichtstentoonstelling.
Mijn naam is Janno Fleer, zelf ook beeldend kunstenaar en evenals Marieke van oorsprong fotograaf. Samen zijn wij met Roos Duyvestijn in 2010 afgestuurd aan de Koninklijke Academie in Den Haag. Daar hebben we elkaar leren kennen, elkaars werk zien ontstaan, het leren bekritiseren en waarderen. Ik herinner mij nog heel goed Marieke, de pittige discussies over focus versus experiment, over symbolisme versus realisme, over inhoud versus compositie. Daar ook heb ik haar zoektocht, haar experimenten, haar twijfels en haar doorzettingsvermogen van dichtbij gezien en beleefd. Evenals voor de meeste studenten was de academietijd ook voor Marieke een periode van experimenteren, van zoeken, een zoektocht naar dé vindplaats, naar dé bron van inspiratie, naar hét motief voor haar werk, naar de noodzaak van maken wat gemaakt en getoond moest worden Een zoektocht die voor Marieke uiteindelijk uitkwam bij het portret, meer specifiek het zelfportret.
Met het portret als motief treedt Marieke in een rijke traditie van de schilderkunst, een traditie die aanvangt aan het begin van de 15e eeuw. De basis voor de natuurgetrouwe weergave van het menselijk gezicht werd in het vijftiende-eeuwse Brugge gelegd. Waar rond 1400 enkel vorsten en aristocraten zich een portret konden permitteren, ontdekten tegen het einde van de vijftiende eeuw steeds meer leden van de hogere burgerij de voordelen van zelfpresentatie, die gelijkt aan het huidige Facebook. Gtote namen van Vlaamse schilders als Jan van Eyck, Rogier van der Weyden, Hugo van der Goes en Hans Memling kwamen aan het licht. Ook Nederlandse portretschilders zoals Petrus Christus, Dirk Bouts en Gerard David trokken in die tijd naar Brugge. Voor het portret the place to be.
Voor het verdere verloop van de geschiedenis en de ontwikkeling van het portret door de eeuwen heen verwijs graag ik naar de afstudeerscriptie van Marieke. In het bijzonder onderzoekt zij daarin de ontwikkeling van het zelfportret en de gelaatsuitdrukking. De gelaatsuitdrukking die als spiegel van de ziel emotie, gevoelens en expressie uitdrukt. Je hoeft alleen maar naar de zelfportretten van Vincent van Gogh te kijken en je weet wat ik bedoel.
In het zelfportret zien we zowel de uiterlijke als de innerlijke kenmerken van de maker. In het zelfportret geeft de kunstenaar zichzelf dus bloot en stelt zich daarmee kwetsbaar op. Marieke gaat nog verder en stelt:
Het zelfportret is een verwijzing naar de psychologische gesteldheid van de kunstenaar. Toe maar, je moet maar durven als kunstenaar.
En dat het weergeven van je eigen psychische gesteldheid heftige vormen kan aannemen zien wij bijvoorbeeld bij de Oostenrijkse schilder Arnulf Rainer, die er niet voor terugdeinst zijn eigen portret de ogen uit te steken, de kop in te slaan of met een groot zwart kruis over te kalken. Of kijkt u eens naar de psychisch gestoorde portretten van de Iers-Britse expressionist Francis Bacon, of naar die van Messersmith, of bezie de metersgrote getekende droomhoofden van Elly Strik, of de oneindige reeks geschilderde selfies van Jan Akkermans. Nee, die zelfportretten zijn beslist niet allemaal Mona Lisa’s met glimlach. En het kijken naar een zelfportret, waarbij de maker zich zo bloot geeft en kwetsbaar opstelt, heeft dan ook vaak iets ongemakkelijks. Hoe zit dat met Mariekes zelfportretten?
Na de kunstacademie zet Marieke haar experimenten en onderzoek naar het beeld, de techniek het materiaalgebruik en de textuur in het gelaat voort. Ook in haar zelfportretten ontstaat steeds meer vervreemding, ik zie verwrongen gezichten. De huid crakeleert, erodeert en wordt bedekt met structuren, bubbels, bladeren, grassprieten en ander natuurlijk materiaal. Uit de schedel groeit niet alleen haar maar ook takken, planten slierten en sensoren. Het hoofd als bloempot. De vervreemding gaat zover dat er nauwelijks meer sprake is van een portret. Marieke heeft het dan ook over haar ‘kopvormen’.
Het is duidelijk dat ze haar inspiratie haalt uit de natuur, de onderwater- biotoop, uit muziek en Balinese kunst. Ze laat zich inspireren en omringen door kunstenaars als de Delftse schilder Jan Reijnders, waarvan zijn schildersezel hier aanwezig, getuigt van zijn invloed op haar werk. Maar ook Paul Klee, Yves Tanguy, de grimas Frank Xaver Messerschmidt, de bloem- en fruithoofden van de Italiaan Guisseppe Acrimboldo en vele anderen drukken hun stempel. Als je in haar boekenkast kijkt vind je menig boek over de natuur met titels als Animal Earth en Plancton.
Het resultaat van haar jarenlange ontwikkeltraject is gevangen in deze prachtige overzichtstentoonstelling. De kijker mag zich verlustigen aan een symfonie van Imaginaire portretten ofwel denkbeeldige, verzonnen, vermeende, misschien zelfs gedroomde zelfportretten.
En ook in deze zelfportretten openbaart zich de kwetsbaarheid van de maker in de getoonde emotie, de verbazing en verwondering, in zelfspot, humor en in zichtbare dromen. Mariekes portretten zijn ontsproten aan een rijke schakering van ervaringen, inspiraties, fantasieën en jeugdherinneringen. De werken tonen een surrealistische beeldtaal met aan de natuur geënte uitlopers. De transparante verflaag in de schilderijen creëert heldere verlopen in contrasterende kleuren. Ze omsluiten het hoofd als een Mediterrane zee of leggen het erin te ruste. Het tekenhandschrift is ronduit fabelachtig, feeëriek en getuigt van grote concentratie. Mariekes portretten openbaren zich in een sprookjesachtig, vaak Oosterse, muzikale en organische sfeer. Ik zie vogeltjes dwarrelen en Balinese kldingkunst. Ik zie haaruitgroeisels als hertshoorns, vlinders en vogeltjes fladderen op de fluittonen van Tjakowski, maar ook een stukje prikkeldraad zelfs een doodshoofd. Ik zie de absurditeit van Salvador Dali, de natuurlijke vormen van Ernst Heackel. Ik zie de vervreemding van Jules Kraayer, de uitbundigheid van Frida Kahlo en uiteindelijk zie ik steeds meer bubbels, bubbels……
en geraak ik onder water, waar zich een nieuw pandemonium ontvouwt en waar opnieuw zo onvoorstelbaar veel meer moois te zien is.
Enfin, het is teveel om hier op te noemen, u moet het zelf maar gaan zien en beleven.
Ik feliciteer Marieke met deze prachtige tentoonstelling en wil graag een toost uitbrengen op de kunstenares en haar partner Arnold en daarmee de expositie openen.